Staatssecretaris legt zich neer bij btw-aftrek prostitutie

Een verhuurder van panden waarin prostituees kamers kunnen huren hoeft daarvoor geen btw af te dragen aan de overheid. Staatssecretaris Snel (Financiën) legt zich neer bij deze uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch en trekt zijn cassatie in.

Het gaat om een zaak van een exploitant die al tien jaar een strijd voert tegen de Belastingdienst, al twee keer voor de Hoge Raad stond om weer terugverwezen te worden naar een ander gerechtshof en nu dan uiteindelijk definitief zijn zin krijgt.

De kern van het probleem is de vraag of de verhuur van de kamers valt onder de verhuur van onroerende zaken waarover geen btw betaald hoeft te worden. Volgens de ondernemer zelf was daar wel sprake van. En dat was volgens hem zo omdat hij de verdere dienstverlening, waarvoor wel btw betaald moet worden, had uitbesteed aan tussenpersonen. Omdat hij zich alleen richtte over de kamerverhuur, moest dat belastingvrij kunnen.

Beddegoed en handdoeken

Na een juridisch moeras met talloze omwegen dat ongeveer tien jaar aanhield, heeft de exploitant nu eindelijk zijn gelijk gekregen. Dat komt omdat hij alle dienstverlening – denk aan het wassen van het beddengoed, het schoonmaken van de kamer en het verstrekken van handdoeken – aan de prostituees door zijn tussenpersonen liet verrichten. Die gaven de dames van plezier ook een aparte factuur, inclusief btw. Die tussenpersonen kochten zelf ook een wasmachine, droger en handdoeken.

Onduidelijk is om hoeveel btw het nu gaat die de kamerverhuurder nu terug mag vragen, maar het lijkt om forse bedragen te gaan. Uit de uitspraak valt namelijk op te maken dat de ondernemer alleen al in het eerste kwartaal van 2008 al €60.000 euro aan betaalde btw terugvroeg en dat krijgt hij ook in het geheel terug.

Bron: Telegraaf.nl