ENSCHEDE – Sekswerkers bieden hun diensten steeds vaker online aan, zonder vergunning. Raadslid Jan van Lijf maakt zich zorgen over de openbare veiligheid.
AD 1-9-2017
Van de beschikbare vergunningen voor seksinrichtingen wordt in Enschede de helft benut. In het internettijdperk verplaatst prostitutie zich meer naar het illegale circuit in woonkamers. D66-raadslid Jan van Lijf maakt zich zorgen over openbare veiligheid en gezondheid.
Van Lijf heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van B en W. “Het huidige beleid is niet meer van deze tijd”, zegt hij. De gemeentelijke regelgeving is vooral gericht op seksclubs en escortbedrijven, maar sekswerkers bieden tegenwoordig online hun diensten aan.
Overlast
In Enschede zijn dat er een kleine 100 per dag. Meestal zonder vergunning, dus illegaal. “Daarop is geen reguliere controle”, zegt Van Lijf. Geen gezondheidskeuringen door de GGD of controle door handhavingsambtenaren. Geen regels met betrekking tot onveilige seks. Geen zicht op geweld of dwang. “Het kan zorgen voor overlast in de directe omgeving, zoals door de vele verkeersbewegingen.”
Veiligheid van prostituees
Enschede is een van de steden in Oost-Nederland die illegale prostitutie via internet harder wil aanpakken. Dit jaar zijn negen adressen aangeschreven vanwege illegale prostitutie. Ook Nijmegen is actief. Daar vreest belangenvereniging PROUD dat het strengere beleid juist ten koste gaat van de veiligheid van prostituees. Van Lijf is bang dat door enkel een hardere aanpak sekswerk verder criminaliseert. Hij daagt het college uit om in het beleid ook na te denken over de veiligheidsaspecten. “Dit onderwerp zorgt bij velen misschien voor schaamrood op de kaken, maar het gebeurt nu eenmaal. Sekswerkers verenigen zich tegenwoordig niet meer in clubs of inrichtingen.”
Regels
In het huidige beleid staat Enschede maximaal 15 seksinrichtingen en 6 escortbedrijven toe, maar de stad telt er respectievelijk 7 en 3. Vergunningen worden alleen verstrekt in de binnenstad of langs doorgaande wegen (50 km/u) in de bebouwde kom. De afstand tot scholen en religieuze gebouwen mag niet minder dan 100 meter zijn. “Dat criteria, zoals de afstand tot kerken zwaarder lijken te wegen dan veiligheid en gezondheid, verbaast me”, zegt Van Lijf. “Misschien moeten we het beleid anders gaan vormgeven.”