De prangende werkelijkheid is dat er niemand is voor wie ik een diepe bewondering koester. Wat benijd ik die mensen die weleens aan persoonsverheerlijking doen van bijvoorbeeld figuren als daar zijn: Frans Bauer, Jantje Smit of Simon van Nick en Simon. Ik doe daar niet aan. Uiteindelijk is er alleen mijn vrouw zaliger die op mijn eeuwigdurende bewondering kan rekenen. Dat zal altijd zo blijven, tot in de verre tweeëntwintigste eeuw desnoods, als ik dan al zelf niet dood ben.
Voor mijn vrouw heb ik al rap na heur heengaan een altaar opgebouwd in mijn slaapkamer met een prachtige foto van haar en ik ontsteek er elke avond voor het slapengaan drie kaarsen. Ik denk dat er maar weinig mannen zijn op deze aardkloot die drie kaarsen aansteken voor hun wijf alvorens ze gaan slapen. Maar mijn vrouw was er natuurlijk een om nooit ofte nimmer te vergeten. Want hoe talrijk zijn niet de onuitwisbare momenten van vreugde, genot en plezier die zij aan mijn voorheen zo saaie- en kleurloze bestaan heeft gegeven? Ik kom er handen, vingers, voeten en tenen voor tekort.
Mijn vrouw was een levensgenieter pur sang die er niet voor terugdeinsde om met mij tot veertien maal daags te neuken, te pijpen, te beffen en te rimmen tot mijn reet nog blanker was dan die van een afgebleekte uitgeweken zwarte Zoeloe-Indiaan. En wat avontuurlijke inslag betreft; dat was mijn vrouw met de paplepel ingegeven. Heur vader had nog deel uitgemaakt van een beroemde bende bankovervallers die voor niets ofte niemand terugdeinsden en die vanuit het Diepe Zuiden tot in het Hoge Noorden een spoor van geweld, verderf en vernieling hadden getrokken op een wijze waar de latere Belgische Bende van Nijvel nog heur voordeel mee heeft gedaan. Want zo origineel waren die gozers trouwens niet. En heur moeder was een van de allereerste huurmoordenaressen die er voor koos om heur slachtoffers eerst hun ballen af te hakken om er later op het jaar de Kerstboom mede te versieren, en als het ongeschoren ballen waren voerde ze er de schapen mede in heur achtertuin. Want het moet gezegd: mijn vrouw zaliger kwam uit een familie van echte dierenvrienden.
Als ik voor het slapengaan mijn vrouw zaliger nog eens groet en bij die gelegenheid telkens een traan of acht wegpink vraag ik heur in gedachte of ik thans nog wel een goede minnaar voor heur zou zijn. Want het is alomtegenwoordig bekend dat mijn vrouw mij destijds net op die kwaliteiten heeft geselecteerd. Want voor de rest is het met mij niet veel soeps. Mijn intelligentiequotiënt werd toen ik een jaar of twaalf was zo dramatisch slecht bevonden dat de intelligentiedokter begon te twijfelen aan dat hele intelligentiegedoe en er zelfs nog een brief over heeft geschreven naar de grote uitvinder van de intelligentietest, maar daarop kwam nooit antwoord omdat die – zo bleek later – al 25 jaar dood was ten gevolge van een aderverkalking in zijn hersenen.
Voor de rest ben ik geenszins aantrekkelijk, heb een lelijke smoel, een te kort lichaam, te lange armen en een lelijke neus. Doch als minnaar was ik voor mijn vrouw onovertrefbaar. Meermaal daags werd ik door mijn vrouw seksueel gebruikt en moest ik heur veelvuldig naar een hoogtepunt beffen waarbij ze vaak jankend, gillend en spuitend klaarkwam in die mate dat de buren vaak uit hun slaap werden gewekt en ze op de muren bonkten. Van de buurvrouw was immers geweten dat ze al jaren niet meer kon klaarkomen omdat ze een afwijking in heur hersenen had, en net dat stukje hersenen dat met heur clitoris was verbonden defect was.
De doctoren hadden al alles geprobeerd en ik had mij zelfs al als donor aangeboden om een stuk van mijn hersenen af te staan, tevergeefs. Dus telkens als die mijn vrouw hoorde janken, gillen en spuiten was ze zo jaloers als een hitsige teef, waardoor ze als een halflamme geile koe op de muren ging rammen. Wat ook begrijpelijk is. Want geweten is dat als het er echt op aankomt de dames zich in dikke drommen aan mijn voeten werpen in de hoop om door mij nachtenlang en onafgebroken te worden geliefkoosd, bemind en – uiteindelijk – op de van mij zo beroemde wijze met een zachtzinnige opbouw doch eindigend met moordend tempo naar een jankend, gillend en spuitend hoogtepunt te worden begeleid zoals alleen ik dat kan.
Van mijn vrouw zaliger krijg ik door dat ik nog steeds aan heur veeleisende karakter voldoe, tenminste wat de seks betreft. Want voor de rest vindt ze mij nog steeds een domme, lompe gozer met een lelijke smoel, een te kort lichaam, te lange armen en een lelijke neus.
Uw dierbare,
Big Daddy